zondag 23 januari 2011

Radiostilte

Het was lang stil. Meer dan een jaar lang geen berichten meer. Ach ja, ik vond het niet erg, jullie (ik neem voor het gemak aan dat ik meer dan één lezer heb) vonden het niet erg, de wereld werd er nou ook niet bepaald slechter op, dus er was weinig aan de hand. Desalniettemin wil ik de elektronische schrijversveer weer oppakken om geoefend te blijven in het schrijven en een uitlaatklep te hebben voor alles wat ik meemaak. Zeker nu ik de meeste van jullie, de lezers, niet meer dagelijks kan spreken. Natuurlijk zijn er de social media, maar ik denk dat het goed is om ook meer de diepgang te zoeken, zoals ik dat gepoogd heb anderhalf jaar geleden. Ik kijk uit naar meer.

maandag 16 november 2009

Timmertje

"Timmertje! Timmertje!"
Ik ben bijna zeven jaar oud en mijn broertje en ik schaatsen op onze sokken - van die goede gladde - rond de salontafel, om de bank heen en draaien in de keuken een pirouette, om dan al glijdend de woonkamer weer onveilig te maken. Op de achtergrond schalt de stem van commentator Frank Snoeks bij de Winterspelen van 1998 in Nagano: "Timmertje! Timmertje! Wat ga je doen?" Wij schallen vrolijk mee.

Helaas lijkt de glansrijke schaatscarrière van sprintster Marianne Timmer nu voorgoed voorbij. Ze had nog één keer willen vlammen op het ijs in Vancouver, maar door een val op de 500m bij de World Cup afgelopen vrijdag, is Vancouver nu onbereikbaar. Drie maanden moet ze herstellen van verscheidene breuken in haar hielbeen en een scheur in haar enkelband. Doodzonde, zeker als je bedenkt dat een sporter jaren naar de Spelen toe moet werken, om daar te kunnen schitteren. Ook is het zonde dat haar niet het afscheid gegund wordt, dat ze voor ogen had.
Ik hoop dat ik haar nog minstens één keer kan zien schaatsen op tv. Ik wil nog één keer beleven, horen, schreeuwen:"Timmertje! Timmertje!"

woensdag 4 november 2009

Klassieke muziek

Nog één seconde blijft het stil. Nog even krijgt de laatste noot de ruimte om te vibreren over de hoofden van het publiek heen, tegen de achterwand aan te botsen en van alle kanten het gehoor te vullen. Dan komt het applaus als een golf over het orkest heengespoeld en het houdt pas op wanneer de dirigent voor de derde keer afgaat.

Gisteren was ik bij een concert van het Atheneum Kamerorkest waar Pieter, een klasgenoot, eerste viool speelt. Zij speelden een stuk van Haydn, 'De Klok', en een stuk van Mozart. Na de voorstelling kwam ik te weten dat hij dat stuk op zijn elfde heeft gecomponeerd. Speelde hij dan nooit eens normaal buiten, vraag ik mij dan af.
Wat mij het meest opviel, waren de veelzijdige indrukken die men kan ondervinden bij muziek. Het stuk van Haydn zat voor mijn gevoel vol emotie, fijngevoeligheid, afwisseling van hard en zacht en welplaatste herhalingen, waar het stuk van Mozart weer wat rustiger was, met daaroverheen een klaterend pianostuk. Pieter vond juist het stuk van Haydn wat saai en dat van Mozart vrolijk en, met zijn eigen woorden: "Nou ja, gewoon Mozart."

Nu ben ik toch wel enigszins geneigd om aan te nemen dat hetgeen Pieter zegt, een vrij grote kern van waarheid bevat, maar er is maar één manier om het voor mijzelf uit te vinden. En dat is gewoon meer klassieke muziek beluisteren. Want zo'n orkest blijft toch prachtig.

vrijdag 30 oktober 2009

De Leeuwenkuil: Deel IX

De Bruin inspecteert het ruiterstandbeeld van Willem van Oranje voor de vijfde keer. De regen deert hem niet en zelfs het straaltje ijskoud water dat over zijn nek kruipt, kan zijn concentratie niet breken.
Zoek dit mans evenbeeld dat zich oostwaarts keerde, terug naar waar hij oorspronkelijk kwam.’
Er moet meer zijn dan alleen dit standbeeld. Maar wat? De Bruin weet zeker dat hij de woorden Gulielmo Primo eerder gezien heeft. Maar waar? Op het moment dat hij aan zijn zesde rondje wil beginnen, schiet hem iets te binnen. Het hoofdkantoor kan via de computer natuurlijk helpen met zoeken naar het andere standbeeld. Hij wenkt naar Kevin Sonderland. “Kan jij in de auto gaan navragen tot welke kunstwerken Willem de Tweede nog meer opdracht heeft gegeven? Dat wat we zoeken moet daar ergens tussen zitten.” Kevin komt onder de beschutting van de postzegelboom vandaan en loopt naar de auto. Van Baalen kijkt twijfelend heen en weer tussen Kevin en De Bruin, alsof hij niet weet wie hij in de gaten moet houden. Uiteindelijk kiest hij voor de droge, warme auto en gaat achter Kevin aan.
De Bruin loopt naar de zijkant van het standbeeld, uit het zicht van de auto, en mompelt enkele woorden in zijn jas: “Gulielmo Primo…Pater Patriae…Willem den Eersten” Hij kijkt omhoog naar de vorstelijke blik en een glimlach vormt zich om zijn lippen. “Verduveld Mike, je kunt het nog steeds”, zegt hij en loopt snel en zachtjes weg, de Heulstraat in.

De Bruin rent in volle vaart verder, hopend dat hij maar niet te laat zal komen. Johan de Witt op zijn Plaats, de Gevangenpoort, het standbeeld van Willem II, de aan hem gewijde fontein op het Binnenhof: De Bruin heeft geen oog voor deze stille getuigen van een rijke historie. Pas bij het Mauritshuis stopt hij met rennen, want daar is, tussen de groenbruine bladeren door, zijn doel te zien. Daar staat het evenbeeld, het tweede standbeeld van Willem van Oranje. Hij staat met zijn neus naar het oosten gericht, ‘terug naar waar hij oorspronkelijk kwam’.

De Bruin voelt op één of andere manier een déjà-vu aankomen, terwijl hij rondjes loopt om het standbeeld op het Plein, als het mobieltje in zijn broekzak begint te trillen.
“Met De Bruin.” “Hallo Jaap, met mij.” De stem aan de andere kant van de lijn klinkt vreemd vertrouwd. “Mike? Mike van Hasselt? Thomas Michaël van Hasselt?” “De enige echte.”
De Bruin staat met open mond te luisteren. Hoe komt Mike in hemelsnaam aan zijn nummer? “Kijk niet zo verbaasd, Jaap. Het is niet zo moeilijk om het nummer te vinden van iemand die nooit van mobiel wisselt. Kom je even wat eten?” “Maar…maar waar?” “Zie je de Subway?”
De Bruin kijkt naar de Subway aan de zuidoost kant van het Plein en laat zijn mobiel op de tegels kletteren als hij ziet wie daar vrolijk staat te zwaaien. Het is Mike van Hasselt.

De Bruin kijkt naar de man op de stoel tegenover hem. Hij ziet er sjofel uit in een te groot trainingspak, zijn baard is ongeschoren en de zwarte haardos is na drie jaar doorvlochten met grijze haren, maar de schittering in de helderblauwe ogen is nog steeds hetzelfde.
“Ik wil je graag de reden geven waarom ik jou enigszins onverwacht heb bezocht”, zegt Mike met een kort lachje. Hij haalt een dikke, gele envelop tevoorschijn en legt het op het tafeltje tussen hen in. Met rode letters is er STAATSGEHEIM op gestempeld.
De Bruin staat op het punt om los te barsten in een stroom van vragen, maar Mike schudt zijn hoofd. “Lees het, begrijp het en publiceer het, maar stel alsjeblieft geen vragen. Ik ben er niet klaar voor. Niet nu.” Mike kijkt De Bruin aan. “Ik weet dat het oneerlijk is tegenover jou, maar ik heb mij de afgelopen jaren alleen bezig gehouden met het naar buiten brengen van dit document.” Mike zucht. “Ik heb geen tijd gehad om alles te verwerken, Jaap. Het is gewoon nog teveel.”
De Bruin knikt en laat zijn hand rusten op het vergeelde papier van de envelop. Hij ziet dat er een last van zijn vriend is afgevallen, maar voelt ook de borrelende onrust. “Wat ga je nu doen?” “Ik ga zo ver mogelijk weg, weg om dit alles te vergeten. Ik heb met een vals paspoort iets weten te regelen aan boord van een schip in Rotterdam. De kapitein is nog een oude vriend van me uit de marine, goeie vent.”
“Dus je gaat?” Mike kijkt nog even naar de rode letters op de envelop. “Ja, ik ga.” Hij staat op, omhelst zijn vriend en drukt hem iets in de hand. “Tot ziens Jaap, het ga je goed.”
De Bruin kijkt zijn vriend na die het Nederlandse herfstweer in duikt, op weg naar betere oorden. Als Mike uit het zicht is verdwenen, opent hij zijn hand en inspecteert het voorwerp dat op zijn handpalm rust. Het is een gouden speldje, gegoten in de vorm van een leeuw.

maandag 26 oktober 2009

In de jacht naar antwoorden

Normaliter verwacht ik geen diepgaande stukken doorspekt met goede journalistiek als ik de MSN-startpagina van mijn internetbrowser open, en de meeste nieuwtjes die ik daar vind voldoen ook ruimschoots aan deze verwachting. Ik verbaasde mij dan ook enigzins toen ik vandaag bedacht dat er een diepere filosofische laag achter een van de stukjes zat.
Het betreft een nog ongepubliceerd essay van twee natuurkundigen, werkzaam bij CERN en zijn deeltjesversneller (LHC). Hierin redeneren zij dat de natuur vanuit de toekomst ingrijpt om ontdekkingen die in de nabije toekomst worden gedaan tegen te werken, met name de ontdekking van het 'Higgs-boson' of 'God-deeltje'.
Dit verklaart volgens de twee wetenschappers de vele tegenslagen die het project te verwerken heeft gekregen.

Interessanter dan de vraag of deze wetenschappers niet iets te veel stripboeken hebben gelezen, leek mij de aanwezigheid van de universele zoektocht naar verklaringen in dit verhaal. Ieder mens zoekt op zijn eigen manier vrede met de dingen die menselijke geest niet kan bevatten. Sommige zoeken het bij God, andere bij het fatum en deze wetenschappers bij het terrein waar zij zo bekend mee zijn: de natuur.
Ik denk dat de mens behoefte heeft aan iets wat boven hem staat, want zijn hele sociale en natuurlijk omgeving bestaat immers uit hiërarchische verbanden, waarin verschillend de rol van heerser en onderworpene wordt aangenomen. Bovendien is er voor de meeste gebeurtenissen te bewijzen wie of wat daarachter zit en hoe het precies werkt. Dus waarom zou dit niet zo zijn bij de dingen die te hoog gegrepen lijken voor een aardse macht?

Wat denk jij ervan? Hebben mensen altijd hogere machten nodig? Of kunnen zij ook prima leven zonder verklaringen? Laat je reactie achter en voeg iets toe aan deze gedachtengang.

zondag 25 oktober 2009

Pre-tastisch!

Een onmisbaar aspect van het studeren is toch wel het studentenleven. De vrijheid, de voedzame maaltijden, een topfit lichaam, de studievereniging, de borrels waar het gulden vocht altijd rijkelijk stroomt: ik moet bekennen dat ik er echt naar uitkijk. Daarom is het ook zo fantastisch dat we ook bij Pre-University een studievereniging hebben, namelijk Pre-Union. (Ik vrees dat ze ten tijde van het bedenken van de naam niet heel erg creatief waren.) Vorig jaar heb ik een hoop activiteiten moeten missen, maar dit jaar ben ik van plan om dat ruimschoots goed te maken met bijvoorbeeld het Polderkamp, een reis naar het Europees Parlement en de maandelijkse borrels.
Vandaag heb ik als 'mentor' gefungeerd bij de introductiedag voor de eerstejaars. Met dezelfde energie als bij theatersport kan je dan mensen hints laten spelen, krantenmeppertje of het bestuur laten inmaken met trefbal.
Op zo'n middag kunnen de eerstejaars zien dat Pre niet alleen maar bestaat uit 'hard werken' en dat, die paar gijze muizen daar gelaten, de medestudenten ook hele gezellige mensen zijn.
Als afsluiter van een mooie dag, heb ik nog in de ondergaande zon een biertje gedronken. Alsof het altijd zomer is.

zaterdag 24 oktober 2009

Eigen schuld, dikke portemonnee

Door de huidige crisis gaan er een hoop eerlijke en hardwerkende mensen ten onder, die je dat het minst van alles gunt. Helaas zijn er ook mensen die net willen doen alsof ze eerlijk en hardwerkend bezig zijn geweest, maar bij wie het in werkelijkheid nogal eens heeft geschort.

Zoals bijvoorbeeld een Dirk Scheringa. Hoewel hij in korte tijd is opgeklommen tot de status van held van het gewone volk en onder zijn eigen werknemers nog steeds een goede naam heeft, is nu toch het evidente boven water gekomen. De producten die de DSB Bank verkocht heeft, zowel als hun handelswijze, waren niet allemaal even juist en eerlijk. De curatoren hebben vastgesteld dat de DSB Bank haar grote uitgaven dekte met kleine stukjes inkomsten. En als die kleine stukjes inkomsten wegvallen, blijft er van heel DSB niet zo veel meer over. Van AZ tot het Scheringa museum voor Realisme aan toe. En daar helpt geen enkel ontwijkend antwoord in een interview met Pauw&Witteman aan.
Iemand anders die ook groter leed had kunnen voorkomen is, zo blijkt uit intern e-mail verkeer, Marco Borsato. Onze allom geliefde balladeer was al in mei op de hoogte van een nakend faillissement, maar is niet op een investering van 6 miljoen ingegaan. Is toch een stukje boekhouding.

Ach ja, zo'n crisis werkt ook als katalysator in onze zoektocht naar betere tijden. En kijk eens naar de goede dingen die we er aan over houden. DSB Bank spaarders krijgen hun geld op tijd terug voor de kerstaankopen en er mogen weer hordes fans in het Gelredome op en neer springen op nummers van Ali B, Yes-R en Marco Borsato. Ja, wat zou jij doen dan?